Het zennegat en kasteel van Zellaer waren de 2 passages die we over een afstand van 87 km zouden aandoen. Met 4 ridders en 2 hertoginnen starten we klokslag om 8.30 onze parade richting Zennegat. Met een stevige wind op kop zou het een heus huzaren stukje worden om onze stalen rossen op het rechte pad te krijgen. Met afwisselend kopwerk door de hertoginnen en ridders werden er heel wat kanonkogels afgeschoten om in de juiste gelederen te vertoeven. Na een dertigtal kilometers konden we dan ook aansluiten met een ander legioen die ons perfect uit de storm konden houden. Eenmaal het legioen een andere strategie had gekozen moesten we op eigen kracht verder maar werden we langs achter aangevallen door een tweede legioen maar deze was van kleinere soort. Toch nog enkele kilometers in de gelederen gereden totdat ook zij voor een andere strategie kozen. We zagen voor ons het beruchte Zennegat liggen ( 2 ridders hadden blijkbaar een andere mening waar juist het zennegat ligt ). Met de wind dan wat meer in de rug reden we naar het kasteel van Zellaer om oorlog te voeren. Eenmaal aan het kasteel aangekomen moesten de dorstigen gelaafd worden.
1 ros liep dan ook mank en moest opnieuw beslagen worden.
Met de wind in de rug gingen we terug op oorlogspad en kwamen we met rasse schreden dichter met de vijand. Ridder Joeri vond dan ook niks beter om ook de loopgraven even te kontroleren alvorens de vijand aan te vallen. Het strategische werd aan de kant geschoven en we reden met gebalde vuisten en voldaan onze burcht binnen. Na onze bourgondische leefstijl deden we onze harnassen uit moe maar voldaan.
Ridders van dienst: Joeri, E10, Ken, Filip
Hertoginnen van dienst: Sabine en Margot
Grtz Filippo Polzato